WP2: hydrologische dynamiek van valleigebieden
WP2 heeft als doel een gekoppeld oppervlaktewater-grondwater
model te ontwikkelen voor valleigebieden
Figuur. Verschil in grondwaterstand (m) tussen de huidige situatie (old course) en een gesimuleerde toekomstige situatie met meanders (new course). Uit Rogiers et al. (2011).
De hydrologische dynamiek van valleigebieden wordt voornamelijk bepaald door de interactie tussen ondiep grondwater en het oppervlakte water. De algemene kennis omtrent deze interactie is echter beperkt. Daarom heeft WP2 als doel om een gekoppeld oppervlaktewater-grondwater
model te ontwikkelen voor valleigebieden. Daarbij zullen de belangrijkste processen die de hydrologie van een valleigebied bepalen gesimuleerd worden, zoals grondwater - rivierwater interacties, overstromingen en evapotranspiratie. Bovendien zal een gedetailleerd model van het valleigebied gekoppeld worden met een bekken-model, zodat de effecten van klimaat en landgebruiksveranderingen op bekkenschaal mee in rekening kunnen gebracht worden.
Het diagram in figuur 1 geeft een algemeen overzicht van de finale methodologie voor het berekenen van de grondwatervoeding. Concreet gebruiken we een adaptatie van de methodologie ontwikkeld binnen het doctoraat van Di Ciacca (2020), die verder bouwt op de werkwijze van Leterme, Mallants, & Jacques (2012). De belangrijkste aanpassing hier is het gebruik van de "Curve number" methode (United States Department of Agriculture, 1986) voor het inschatten van de oppervlakte-afvoer component. Vermits dit ook binnen WP1 gebruikt wordt, doen we dit nu op een consistente manier doorheen het volledige project. Het ongesatureerde zone model dat we hier gebruiken is de Hydrus-1D (Šimůnek, Van Genuchten, & Šejna, 2012) code.
Het voornaamste idee is hier dat we voor alle combinaties van de aanwezige landbedekking en bodemtypes, alsook een hele reeks mogelijke dieptes tot de grondwatertafel, een Hydrus-1D simulatie doorrekenen. Hiermee bouwen we een kleine database op, onafhankelijk van het grondwaterstromingsmodel voor de gesatureerde zone, die gebruikt kan worden om voor dat model de randvoorwaarden (grondwatervoeding) te definiëren.Figuur 1. Methodologie voor het berekenen van de grondwatervoeding.